De zes gebroeders Ram bleken helaas niet allemaal uit hetzelfde worstelhout gesneden te zijn als de zeven gebroeders Alflen. Hoewel ook zij niet allemaal tot dezelfde absolute klasse zijn gekomen als Loek Alflen, zijn met name de tweeling Henk en Wim, maar ook Eduard en Arie; tot aansprekende prestaties op de mat gekomen. Evenals Loek hebben zij diverse kampioenschappen van Nederland op hun naam geschreven.
Hoewel Gerard zeker geen geboren worstelaar was, heeft hij door zijn ongebreidelde vechtlust, mentaliteit en trainingsijver de top van het Nederlandse worstelen weten te bereiken. Eenmaal daar aangekomen heeft hij zich daar tot zijn 38e jaar moeiteloos weten te handhaven. Eigenlijk nog niet uitgeworsteld heeft hij — nog steeds tot de beste Vedergewichten van Nederland behorend — vrijwillig plaats gemaakt voor de coming-man in het Vedergewicht Luc Terpstra.
Aanvankelijk ook in het Vedergewicht begonnen, schoof broer Jan al na korte tijd door naar de Lichtgewichten. Over minstens evenveel lichaamskracht beschikkend als zijn broer Gerard, was het eigenlijk jammer dat hij, naast het feit dat hij minder technisch was, ook veel last had van wedstrijdzenuwen.
Bij de gebroeders Ram was Jan (aanvankelijk vedergewicht, doch al snel lichtgewicht) een worstelaar die het voornamelijk van zijn kracht en zijn agressie moest hebben. Merkwaardigerwijs kwam hij in trainingspartijen veel sterker en beter uit de verf dan in officiële wedstrijden. Dat had vooral te maken met zijn grote nervositeit voor aanvang van een wedstrijd, waardoor hij toch wedstrijden verloor van mindere tegenstanders dan hij. Misschien is dat ook wel de reden dat hij al na enkele jaren het worstelen de rug heeft toegekeerd.
Frans was misschien wel de meest getalenteerde van de gebroeders Ram. Gezegend met een ongelofelijke souplesse en kracht, was hij in staat tot hetzelfde soort technisch worstelen als bijvoorbeeld de befaamde Leo Piek. Waar het hem echter aan mankeerde was de keiharde vechtmentaliteit waar zijn broer Gerard wijd en zijd om bekend stond! Met dezelfde mentale hardheid als zijn oudste broer, zou Frans ongetwijfeld zijn uitgegroeid tot de beste worstelaar van de familie Ram! Het was jammer, maar helaas! Desalniettemin heeft Frans een enorme bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de jeugdige Halterworstelaars. Naast het behalen van diverse Individuele en Teamkampioenschappen van Nederland, was het mede zijn verdienste dat de jeugdige Halterworstelaars ook in het buitenland grote successen behaalden. Met Jeugdtrainer Cees Bosman mag hij daarom gerekend worden tot één van de beste Jeugd-Trainer/Coaches van de afgelopen jaren.
Gerard was de meest succesvolle van de gebroeders Ram. Misschien geen geboren worstelaar, maar wel met een perfecte technische bagage, verkregen door langdurig en toegewijd trainen. Bovendien toegerust met een zeer grote lichaamskracht, een onverzettelijke wil en een ongelofelijke prestatiedrang. De drang die het hem mogelijk maakte de zo noodzakelijke offers te brengen om tot grote prestaties te komen. Vooral het gevecht om — iedere keer opnieuw — tot het vereiste wedstrijdgewicht te komen, vraagt veel van de geestkracht.
Naast de gebruikelijke twee trainingen op de club, trainde hij — alleen, of met anderen — twee of drie keer per week extra. Niet verwonderlijk dus dat hij zich liefst 11 jaar in het eerste team van De Halter wist te handhaven. Niet onvermeld mag blijven dat hij in de laatste vijf jaar van de Worstelkompetitie geen enkele nederlaag heeft geleden! Ook internationaal was hij een moeilijk te kloppen tegenstander, die bovendien ook nog werd uitgezonden naar de Wereldkampioenschappen Worstelen Grieks-Romeins.