Zonder enig voorbehoud kan gezegd worden dat de zeven worstelende broers Alflen, de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw hebben gedomineerd. Immers, het was niet alleen de absolute topper Loek Alflen (geboren onder de fraaie namen: Laurens Cornelis) die deze familie deed uitstijgen ver boven het sportieve gemiddelde! Met zijn 23 Nationale Titels is Loek in dit opzicht waarschijnlijk ook de onbetwistte recordhouder. Maar hele groten waren ongetwijfeld ook de tweeling Wim en Henk Alflen, terwijl ook Eduard en Arie topworstelaars waren. Wat minder aan de weg timmerend waren Cobus en Frans, maar evenzeer van een meer dan gemiddeld niveau. Kortom, een familie met een geduchte reputatie!
Eigenlijk valt het dus te betreuren dat de drie broers welke hebben deelgenomen aan Wereldkampioenschappen en Olympische Spelen, namelijk Loek, Henk en Wim, nooit over de faciliteiten hebben beschikt zoals in de Oostbloklanden. Het is nu eenmaal een natuurwet dat talenten niet alleen in dat soort landen worden geboren. Het is dan ook mijn stellige overtuiging dat onder dezelfde omstandigheden als in die landen, Nederland eveneens Wereld- en Olympische kampioenen worstelen had kunnen voortbrengen. Feit blijft dus dat ons land nooit echt op zal kunnen tegen grootmachten met Staatsamateurisme of Studententopsport.
Naast de persoonlijke voldoening welke worstelaars als de gebroeders Alflen zullen hebben geput uit hun succesvolle worsteljaren, kan niet ontkend worden dat zij daarnaast het worstelpubliek veel plezier hebben geschonken met hun optreden op de mat.
Hoewel er dus sprake was van 8 broers, zijn er van die acht merkwaardigerwijs slechts drie in Militaire Dienst geweest. Waarbij Gerard de pech had (vanwege zijn leeftijd) dat hij, als dienstplichtig soldaat, ruim drie jaar naar Nederlands Indië (het latere Indonesië) was gestuurd. De tweeling Henk en Wim moesten in het najaar 1950 onder dienst en hadden het geluk bij hetzelfde onderdeel te worden ingedeeld. De overige broers ontliepen de Militaire Dienst om uiteenlopende redenen, bijvoorbeeld vanwege de zogenaamde 'broederdienst'.
Een opmerkelijk feit is dat één van de gebroeders Alflen — namelijk Arie Alflen — niet op deze foto staat afgebeeld. Temeer daar ook Arie (met een Kampioenschap van Nederland vedergewicht op z'n naam) tot de top van Nederland behoorde!?
Ja, als je als moeder zoveel zonen hebt die allemaal een uitgesproken 'mannensport' als worstelen beoefenen, dan wil het wel eens gebeuren dat de krant wil weten hoe je dat spul in de hand houdt. Reden waarom op een zeker ogenblik een verslaggever van een plaatselijke krant bij je langs komt om eens uit te vinden hoe die moeder dat nou wel doet.
Ze wonen in de Nobeldwarsstraat 14 bis, te Utrecht, de zeven jongens van vader en moeder Alflen en ze zijn alle zeven worstelaar. Het portret van de stoere knapen in sportkostuum staat op het buffet en de prijzen, die ze op wedstrijden wonnen hangen in glazen kastjes langs de wand, liggen in de tafella en… achter de spiegel; medailles, vaantjes, bekers en lauwertakken.
Iedereen, die niet van worstelen houdt, die het een griezelige, gevaarlijke sport vindt, is hartelijk welkom op dit adres. Want de jongens hier zijn niet alleen enthousiaste beoefenaren van hun sport, ze maken er ook dolgraag propaganda voor. "De meeste mensen, die afkerig staan tegenover het worstelen, hebben nog nooit een wedstrijd gezien,” zeggen ze.“Als we die critici wat meer over onze sport verteld hebben en we nemen ze eens mee naar een wedstrijd, denken ze er meestal heel anders over.”
Moeder Alflen was toevallig even alleen thuis, toen we langs kwamen. Ze was juist bezig met het schillen van een grote emmer aardappelen. “Elke dag tien kilo,” zuchtte ze. “We zijn met z'n twaalven. Ik heb dertien kinderen, maar twee dochters zijn getrouwd en een zoon is militair in Indonesie. Dat is Gerard. Die begon een jaar of zeven geleden met worstelen bij De Halter. En hij praatte en demonstreerde net zo lang, tot alle zes zijn broers met hem mee gingen en zich lieten inschrijven. Gerard is nog steeds de favoriet van het stel. Van hem zijn ook de meeste prijzen, die hier hangen. In Bangkok heeft hij een Chinese worstelaar uitgedaagd,schrijft hij net.”
Worstelen in bed
V: “Gaan uw jongens thuis ook wel eens op de mat?” vroegen wij schuchter.
A: “In het begin worstelden ze in bed,” komt lachend het antwoord. “Maar ze merkten wel, dat het in een bed met gesprongen veren slecht slapen is. Toen vonden ze er wat anders op. Als ik even de deur uit ging, sleepten ze de matrassen naar zolder om daar te oefenen. Aan dat spektakel heb ik ook gauw een eind gemaakt. Ze braken me daar toch de boel af! Als het niet gauw afgelopen is, dreigde ik, gaan jullie op water en brood. Dat is een zware straf voor een worstelaar, die overdag nog moet werken.. Nu trainen ze alleen nog in het clublokaal, tweemaal in de week en zonder mankeren.”
V: “Zitten de jongens elkaar ook wel eens echt in de haren?”
A: “Gelukkig niet. Daar zijn ze te sportief voor. En ik houd ze ook wel onder de duim.”
V: "Was uw man ook worstelaar in zijn jonge jaren?”
A: "Nee, die heeft er nooit aan gedaan. Maar nu slaat hij geen wedstrijd over als een van de jongens uitkomt. En ik ga zelf ook altijd mee.”
V: “Begrijpt u er dan iets van?”
A: “Ik ken het hele wedstrijdreglement. Ze hebben me de armzwaai, de heupzwaai en de omgekeerde middelgreep zo vaak voorgedaan, dat ik me daar niet meer in kan vergissen. Een keer wrongen de jongens me met z'n allen in de Dubbele Nelson. Ik riep van angst om mijn man. Toen pakten de tweeling, Henk en Wim, hun vader beet en legden hem neer in een achter-ceintuurtje. Ja, ja, je bent je leven niet zeker met zo'n stel.”
Een stevige hand
Maar zo'n vaart loopt het niet. Dat zien we even later. Binnen de tien minuten heeft moeder Alflen vier dikke zoenen van haar jongens te pakken. Achtereenvolgens komen Arie van negen en Cobus van tien uit school thuis en Laurens (voor de insiders: Loek) van de ambachtsschool (vijftien jaar) en tenslotte Frans, de oudste, die 29 jaar is.
Als Frans zich voorstelt, voelen we de hand van de worstelaar en we voelen hem nu nog, een beetje… Frans is een waar propagandist en steekt meteen van wal. “Kom nu voor de aardigheid eens kijken,” zegt hij. “Dan zult u zien, dat worstelen helemaal niet zo gevaarlijk is als de mensen zeggen. En niemand hoeft bang te zijn, dat hij tegen een reus van tweehonderd pond op de mat zal komen, tenzij hijzelf zo'n reus is. Want in de worstelsport kent men een aantal gewichtsklassen en met het wegen van de deelnemers is de wedstrijdjury tot op de gram toe secuur. Lichamelijk letsel komt maar zelden voor, omdat bij het worstelen in Grieks-Romeinse stijl uitsluitend de voorgeschreven grepen zijn toegestaan.” Als we begrijpend knikken, voelt Frans dat hij terrein wint. “U komt toch eens op een wedstrijd?” nodigt hij uit. “Er zijn altijd deskundigen, die graag uitleg geven.” Wij beloven nog niets. Maar als we gaan, denken we, zoeken we een plaatsje naast moeder Alflen. Die weet er alles van, maar dan ook alles van ......!
Loek Alflen is maar een klein manneke: tweemaal afgekeurd voor Militaire Dienst, vanwege zijn geringe lengte, die precies 1 meter 57 bedraagt. Maar worstelen kan hij als de beste! Of liever... HIJ IS DE BESTE! In het extra-Vedergewicht (ook wel aangeduid als het Vlieggewicht), is hij Kampioen van Nederland 1e Klasse. Nee..., die afkeuring ligt echt niet aan zijn gezondheid!
De twintigjarige Loek is een gewaardeerd lid van de Utrechtse worstelclub De Halter. Als jochie van twaalf kwam hij zich al als lid aanmelden. Natuurlijk met het vooruitzicht, dat het nog een hele tijd zou duren, voor hij in 'grote' wedstrijden uit zou komen, maar vol onblusbare energie.
Het was niet zo'n wonder, dat Loek Alflen zich tot de worstelsport voelde aangetrokken. Zijn vijf jaar oudere broer Gerard was hem voorgegegaan en die had de hele familie aangestoken. Daardoor lijkt De Halter wel wat op een familie-club Want Loek Alflen mag dan wel de jongste zijn van de wedstrijdworstelaars in de Alflen-familie, twee jongere broers zijn ook al lid van De Halter. In het Vedergewicht kan De Halter opstellen de tweelingbroers Henk en Wim (23 jaar); in het lichtvedergewicht heeft De Halter een waardevolle kracht in de 25-jarige Gerard Alflen. En dan is er Eduard nog… Ja…, dat is eigenlijk een wat eigenaardig geval geweest met dat Kampioenschap van Nederland in het Extra-Vedergwicht de laatste jaren. Dat had namelijk best wel in 'Huize-Alflen' gehouden kunnen worden, want dat was sinds Loek op zijn zestiende jaar het 2e Klasse Kampioenschap behaalde, een familiekwestie geworden. Tot aan Loek's 18e jaar was het Eduard. Maar toen - in Den Haag - beleefde de jongste van de twee zijn grootste triomf., door in de beslissende finale zijn broer Eduard te verslaan en voor de eerste keer 1e Klasse Kampioen van Nederland te worden in het Extra-Vedergewicht. Hij is het nog, de twintigjarige timmerman bij de firma Bosch in Utrecht en hij kon het ook nog wel eens een tijdje blijven.
't Zit hem in de familie, lijkt het wel!
Dat het best wel een tijdje zo gebleven is, is later overduidelijk gebleken! Want Loek Alflen is toch wel de worstelaar geworden welke de meeste keren kampioen van zijn land is geworden. Liefst 23 keer, zowel Grieks-Romeins als Vrije Stijl. Onderstaande foto toont dit succesvolle lid van de Alflen-familie met een deel van het enorme aantal prijzen dat hij in de loop der jaren wist te winnen!
Hij neemt dus in de galerij van prominente Halterworstelaars, een wel heel bijzondere plaats in. Helaas zijn enkele van de gebroeders Alflen ons inmiddels ontvallen, doch wij mogen ons gelukkig prijzen dat de Alflen-familie een zo duidelijk en belangrijk stempel heeft gedrukt op het Nederlandse worstelen.