Deze selectie toont hier al aan voor welke lastige keuze het technische kader in die tijd stond om een team van acht worstelaars op te stellen. Waar andere, veel kleinere verenigingen, vaak de grootste moeite hadden om een team van acht man op de mat te krijgen (vaak slaagden zij daar niet in en moesten dan met een selectie van zes, of soms zelfs vijf jongens aan de wedstrijd beginnen), worstelde De Halter, letterlijk en figuurlijk, met het luxe probleem dat zij vrijwel gelijkwaardige krachten had voor verschillende gewichtsklassen. Vooral in de klassen van lichtveder- tot en met het lichtmiddengewicht was de concurrentie ronduit moordend! Dan moet je - als betrekkelijke nieuwkomer - uit het juiste mentale hout gesneden zijn om te geloven in de mogelijkheid om ooit ook deel uit te mogen maken van het eerste team van De Halter. En dan te bedenken dat bovenstaande foto (de creme de la creme!) niet eens alle prominente worstelaars laat zien waarover De Halter op dat moment beschikte.
Deze foto mag met recht een document genoemd worden! Hier staat namelijk bijna honderd jaar worstelgeschiedenis op de mat! De oudste van dit Kampioensteam van De Halter is de man links op de foto: Henk de Nijs Sr!. Hier nog als wedstrijdwerker en de zwaargewicht van het 1e Team, later naast Henk Hooft, de trainer die talloze jongens de grondbeginselen van de worstelsport heeft bijgebracht. Geboren aan het begin van de vorige eeuw, is hij op deze foto een der oudgedienden.
Mensen die deze foto zien van een 1e Team van De Halter, zullen zich ongetwijfeld afvragen waarom er slechts zeven worstelaars in dat team staan. Wel, in de jaren ’40 en ’50 van de 20e eeuw, kwamen de clubs nog met zeven worstelaars uit in de kompetitie. In de kompetitie kende men nog geen Papiergewicht, Vlieggewicht en Super-Zwaargewicht. Ook de duur van een partij op punten ging toen nog over 15 minuten! Voordeel daarvan was natuurlijk wel dat een club nooit het risico liep dat het publiek (theoretisch gesproken) om half 9 alweer buiten stond! Op deze foto kwam bijvoorbeeld Loek Alflen uit in het Lichtvedergewicht; Henk Alflen, Vedergewicht; Leo Piek, Lichtgewicht; Louis van der Pijl, Midden-A-gewicht; Jo de Nijs, Midden-B-gewicht; Henk de Nijs Jr. Halfzwaargewicht en Tom van Oort, Zwaargewicht. De twee gewichtsklassen Midden-A en Midden-B, waren 73 kg. en 79 kg. Later is het aantal gewichtsklassen uitgebreid tot tien en wat logischer ingedeeld. Ook de duur van een wedstrijdpartij is teruggebracht van 15 minuten, naar respectievelijk 12 - 10 - 9 - 6 - en 5 minuten. Negatieve bijkomstigheid van die korte partijduur was helaas dat clubs soms de grootste moeite hadden een avondvullend programma samen te stellen.
Éen van de topwedstrijden uit de Worstelkompetitie: "De Halter" - "Olympia-Utrecht".
In de periode dat de onvergetelijke Louis van der Pijl nog leefde, maakte hij nog net deel uit van het team toen Anton Geesink de nieuwe zwaargewicht van De Halter was geworden. Overigens woog Anton toen nog onder de 100 kilogram! Het voordeel daarvan was dat hij ook nog met wat lichtere Halterworstelaars kon sparren. Met Henk Hooft had hij namelijk afgesproken dat er bij elke trainingsgelegenheid de mogelijkheid zou zijn (achter elkaar!) met tien tot twaalf worstelaars te sparren. Meestal begon hij dan tegen de zwaardere jongens, om te eindigen met de snelle en agressieve veder- en lichtgewichten. Het is dan ook mijn absolute overtuiging dat dit Geesink niet alleen heeft geholpen bij zijn snelle ontwikkeling tot worstelaar, maar hem bovendien ongelofelijk veel voldoening heeft geschonken.
In de Worstelkompetitie bleek al snel dat Anton Geesink, voor de toen worstelende generatie zwaar- en superzwaargewichten, niet echt een partij was. Dat kwam zelfs nog meer tot uitdrukking in de Vrije Stijl. Door de verwantschap van deze stijl met het Judo (waarin Anton toch een grootmeester mocht worden genoemd!) voelde hij zich als een vis in het water. In vrijwel alle gevallen bracht hij zijn tegenstanders dan ook op de schouders!
In het eerste grote kompetietreffen tussen De Staalkoning en De Halter, won Anton Geeesink van de voormalige 'Halter-zwaargewicht' Tom van Oort. (De Staalkoning was, na een intern conflict, het afgescheiden deel van De Halter). Het behoeft geen betoog dat deze eerste confrontatie tussen vroegere clubgenoten bol stond van emoties en sentimenten! Persoonlijk vond ik het min of meer onwerkelijk dat, bijvoorbeeld, de tweelingbroers Henk en Wim Alflen (resp. de Halter en de Staalkoning) als vijanden tegenover elkaar stonden. Gelukkig bleef het in dit treffen beperkt tot slechts één incident, waarbij Henk Mackaay (De Staalkoning), na zijn verlies tegen Leo Piek (na een spectaculair gevecht!) in de kleedkamer aangekomen begon te schelden en met stoelen te gooien. Toevallig was ik daar ook nog getuige van. Overigens was de partij tussen Mackaay en Piek het hoogtepunt van deze emotioneel beladen wedstrijd! De Staalkoningman steeg in dit kompetieduel ver boven zichzelf uit! Afgezien van de enorme sentimenten welke deze wedstrijd beheersten, is de echte worstelliefhebber deze avond volledig aan z'n trekken gekomen. Misschien is het nog interessant enkele namen te noemen van het Staalkoningteam. Op de achterste rij van bovenstaande teamfoto, van rechts naar links: Tom van Oort; Henk de Nijs Jr.; Jo de Nijs; Henk Mackaay; Wim Alflen.
Dat er zulke enorme sentimenten speelden bij deze wedstrijd was eigenlijk niet zo verwonderlijk, als men bedenkt hoe kort daarvoor de afsplitsing van De Halter had plaatsgevonden. De Staalkoning dankte zijn naam aan het sigarenmerk Staalkoning, vervaardigd bij de Utrechtse sigarenfabriek DENOVA aan de Kanaalweg alwaar Henk de Nijs Sr. werkzaam was. Dezelfde fabriek stelde ook zijn ontspanningszaal ter beschikking voor de thuiswedstrijden van de pas opgerichtte worstelclub.
Enkele jaren later werd de vereniging ontbonden, omdat de sigarenfabriek niet langer de ontspanningszaal ter beschikking wilde stellen. In een speciale bijeenkomst (gehouden in de Poort van Kleef aan de Mariaplaats in Utrecht) werd de leden van De Staalkoning de keus geboden terug te keren in de schoot van moedervereniging De Halter, of zich aan te sluiten bij zustervereniging Olympia uit Utrecht. De meerderheid koos voor terugkeer naar De Halter. Voormalige leden van Olympia (in de periode daarvoor eveneens lid geworden van De Staalkoning) kozen uiteraard voor terugkeer naar hun moedervereniging.
De wedstrijden tegen de Limburgse worstelclubs waren, in verschillend opzicht, altijd bijzonder. Afgezien van het feit dat de confrontaties met de Limburgers vaak onvoorspelbaar waren, ook de reis naar de zuidelijke clubs waren vaak een avontuur. Als je kijkt naar de huidige verbindingen met het zuiden van het land, dan zou je zeggen dat dat toch geen probleem hoefde te zijn! Nou, de werkelijkheid was wel anders! Vooral na Eindhoven ging de weg naar de eindbestemming (of dat nu Schaesberg, Venlo, Tegelen of Brunssum was) veelal over tweebaans provinciale wegen. Mede door de vaak optredende mist (die een ernstige handicap was), slaagden slechts weinige van de Halterchauffeurs erin linea recta naar de wedstrijdlokatie te rijden. Omdat bij enkele minuten te laat komen, de wedstrijd formeel door de scheidsrechter als gewonnen door de thuisclub werd verklaard, is het niet moeilijk voor te stellen dat met name het laatste stuk van de reis een race tegen de klok en daardoor een situatie van grote stress werd.
De bovenstaande foto geeft slechts een bescheiden beeld van de titanenstrijd tussen deze (aan elkaar gewaagde) worstelaars. Overigens was de Olympiaan Toon Temming niet alleen een voortreffelijke worstelaar en sportman, maar bovendien een bijzonder mens. Kortom, een sportman om groot respect voor te hebben!
De boven- en onderstaande foto's laten enkele Halterworstelaars zien welke in wedstrijdverband een, meer of minder, belangrijke rol hebben gespeeld in de geschiedenis van de Halter. Jan Tomassen komt hierboven als overwinnaar uit de strijd tegen Leo van Holst uit Dordrecht.
Helaas is Albert Onink er niet in geslaagd definitief door te dringen tot de hoofdmacht van De Halter. Toch was Albert een worstelaar met veel potentie. Technisch en uitermate agressief in de wedstrijd. Dat hij toch uit het goede hout was gesneden bleek wel uit het feit hij zich aanmeldde voor de Commando Troepen. Daar ontwikkelde hij zich tot een van de uitblinkers van zijn onderdeel.
In een Kompetitietreffen tussen De Halter en Olympia, ontmoette Joop le Blanc de beresterke Kobus de Jong. In een spectaculaire partij wist Joop le Blanc uiteindelijk op punten te winnen van de Olympiaan.
Hoewel met respect over de Haagse worstelaar (voormalig vedergewicht) Henk Spin moet worden gesproken, was hij als vroegere vedergewicht natuurlijk niet echt een partij voor Joop le Blanc. Die bracht als lichtmiddengewicht en als specialist in middelgrepen voor- en achterover, wel iets meer op de mat dan Henk Spin. Overigens zij hier nog vermeldt dat dezelfde Joop le Blanc het presteerde overtuigend te winnen van de Duitser Gunther Maritschnig en de Deen Bjarne Ansboll. De Duitser won op de Olympische Spelen van Rome een zilveren medaille achter de Turk Mithat Bayrak. De Deense kampioen Ansboll presteerde dat op de Wereldkampioenschappen van 1962 in Toledo-Amerika. Hij won zilver achter de Rus Anatoli Kolessov. Met Ab Rosbag mocht Joop le Blanc zich toen met recht een Internationale Lichtmiddengewicht noemen! De Erelijst van Joop le Blanc heeft daarmee dus ook nog enige WK en Olympische zilveren glans gekregen!
Ongetwijfeld zullen vele van onze 1e Teamworstelaars zich een aantal van deze Herculesworstelaars herinneren als hun persoonlijke tegenstander. In een overzicht van belangrijke krachtsporters in ons leven, mogen deze absolute top-tegenstanders natuurlijk niet ontbreken! Het jaarlijkse treffen (uit en thuis) tussen deze grootmachten uit de worstelwereld was elke keer weer een sensatie van de eerste orde!! De publieke belangstelling was elke keer weer zo overweldigend en de zaal zo overvol, dat er letterlijk geen kip meer bij kon! De Halter (Utrecht) tegen Hercules (Amsterdam) was altijd een topper!
Een voorbeeld van, dat het niet altijd de 1e Team worstelaars van de Halter waren die tot aansprekende prestaties kwamen tegen toppers van andere verenigingen, is Hennie Mantel, vaste kracht van het 2e Team van De Halter. Met zijn beroemde en beruchte armzwaai wist hij een prominente Herculesworstelaar als Bostdorpaan zijn zegekar te binden! Overigens was hij in uitwedstrijden vaak de vervanger in het 1e Team van De Halter in zijn gewichtsklasse, vanwege het feit dat die vaste krachten in de eerste ploeg door hun 'avondlijke' werkzaamheden dan niet beschikbaar waren. Dus eigenlijk was Hennie Mantel een EERSTE èn TWEEDE-teamwerker!
Dat de winst van Mantel op een topper als Bostdorp geen uitzondering was, mag o.a. blijken uit de onbeslist welke hij ook wist te maken tegen een routinier als Hein Stolz. Veelvoudig kampioen van Nederland en deelnemer aan Wereldkampioenschappen.
Één van de andere sterke steunpilaren van deze categorie Halterworstelaars was Jan Canten. Van nature — en door zijn werk als metselaar in de Bouw — ongelofelijk sterk, waardoor hij (misschien minder technisch) altijd weer een geduchte tegenstander bleek. Vooral in de Vrije Stijl — waarvoor hij een duidelijke aanleg bleek te hebben — was deze Middengewicht nauwelijks te kloppen!
En dat hij met zijn prestaties duidelijk tegen het eerste team van De Halter aanleunde, mag duidelijk blijken uit onderstaande foto. Meerdere keren maakte hij — evenals Hennie Mantel — deel uit van de 1e Team Selectie als de handschoen werd opgenomen tegen sterke buitenlandse clubs. Hieronder een Halter-Combinatie tegen zustervereniging SDZ-Utrecht.
In het zeer, zeer sterke S.D.Z.-Team uit die tijd herkennen we de gebroeders Jan en Henk Stijlaart (onderste rij, 2e en 3e van links), met uiterst links Ab Pina en de te vroeg aan zijn club ontvallen Gijs van de Kieft. Met boven hem Cees van Rooyen, een latere voorzitter van De Halter.
In deze Halterselectie uit de jaren ’70, twee worstelaars welke niet al teveel voorkomen op foto's van 1e Halterteams. Nochtans mogen ook zij tot de prominenten van De Halter worden gerekend. Want met wat meer ambitie zou met name Arie Alflen uit hebben kunnen groeien tot een succesvolle vedergewicht. Nogmaals, jammer dat de ambitie ontbrak. Wim de Rooy laat zich karakteriseren als een ongelofelijk sterke lichtmiddengewicht, die, naast een enigzins beperkte techniek, eigenlijk niet lang genoeg was voor dat gewicht. Desalniettemin een worstelaar met een geweldige inzet en doorzettingsvermogen.
Door de jaren heen is De Halter altijd met meer dan één team op de mat gekomen. Hoewel een tweede - of een derde team een beetje in de schaduw lijkt te staan van het eerste team, was er voor de jongens van De Halter-2 toch altijd de wetenschap dat zij minstens op het niveau stonden van een eerste team van een kleinere club! In de praktijk konden zij zich ook vaak meten met eerste teams van kleinere clubs!