Elke worstelaar in Nederland die een poosje meeloopt in de worstelwereld zal weten dat de club welke Kampioen van Nederland wordt, de Majoor W.J.M. Linden Wisselbeker wint. Maar wie was nu eigenlijk die (kennelijk befaamde) Majoor W.J.M. Linden? In de jaren tot 1919 verkeerde de Bond in grote financiële en bestuurlijke moeilijkheden. Dringender dan ooit was in die dagen een representatieve figuur nodig als voorzitter.
Dankzij de medewerking van o.a. de heren Baron van Tuyl van Serooskerken en P.W. Scharro, werd de heer W.J.M. Linden in 1919 bereid gevonden de leiding van de Bond op zich te nemen. Gezegd moet worden dat zijn verkiezing, tot voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Krachtsport Bond, op nogal wat tegenstand stuitte. Immers, hij was militair en officier en de meerderheid van het toenmalige Bondsbestuur in 1919 gaf de voorkeur aan iemand die uit eigen gelederen voortkwam. In een aanvankelijk rumoerige vergadering in Amsterdam kwamen enkele afgevaardigden in oppositie tegen zijn verkiezing, vanwege het feit dat hij officier was.
De heer T. van Deutekom, later aan velen van ons bekend als Secretaris van de K.N.K.B., vond het echter nodig in te grijpen. Door een krachtige verdediging van de kandidaat wist hij de vergadering tot rust te brengen. Met algemene stemmen werd de officier dan ook gekozen tot nieuwe voorzitter van de Bond. Later zou blijken dat dit een van de gelukkigste besluiten is geweest welke de Bondsvergadering had kunnen nemen. De nieuwe voorzitter wist al spoedig aller vertrouwen te winnen en tot zijn dood in 1941 te behouden. Vergeten mag echter niet worden dat Majoor Linden kon rekenen op bestuurlijke zwaargewichten als T. van Deutekom.
Een man die ook in latere jaren enorm veel heeft betekend voor de krachtsportbond. G.J.B. Looman was een bestuurder van groot formaat met een enorme werkkracht. Hij reorganiseerde het gehele wedstrijdwezen en het secretariaat van de Technische Raad. Hij overleed na een kortstondige ziekte in 1942 op 49-jarige leeftijd. Eigenlijk kan gesteld worden dat zij het aanzien van het worstelen hebben veranderd. Van een sport die voornamelijk werd beoefend in een ‘kroegensfeer’, propageerden zij het worstelen onder het motto: “Uit de kroeg naar een betere omgeving!”
Uiteraard werd met: “Uit de kroeg!”, niet bedoeld een smet te werpen op hen die daar een eerlijke boterham in verdienden. Dergelijke leden, welke hun lokaliteiten maaral te vaak afstonden om worstelwedstrijden te organiseren, hebben veel bijgedragen tot de verdere ontwikkeling van de worstelsport. Hiermee is waarschijnlijk grootendeels de vraag beantwoord wat de achtergrond is van de “MAJOOR W.J.M. LINDENBEKER”.