De sportcarrierre van de zoon Ruud Ram is aangevangen in de vroege jaren ’60. Hij behoorde tot de succesvolle generatie jeugdige Halterworstelaars, wier talent onder de bekwame leiding van topworstelaars uit die periode tot volle ontwikkeling is gekomen!
Bij deze jeugdige Halterworstelaars slaagde hij er al in liefst zes keer Jeugdkampioen van Nederland te worden. Met latere grootheden bij de Senioren van De Halter, zoals Gerard van Tessel, Louis Cirkel, John Midavaine en Jan Rieder werd al hevige strijd gevoerd om de suprematie in de verschillende gewichtsklassen bij de Halterjeugd. Toen al waren de onderlinge krachtsverschillen vaak zo gering, dat de Jeugdtrainers/Coaches vaak zeer moeilijke keuzebeslissingen te nemen hadden! In de periode dat Gerard Ram Trainer/Coach was bij de Senioren, stond hem op het vlak van de opleiding, begeleiding en coaching, de taak te wachten dat ene doel te verwezenlijken, namelijk: “Zijn zoon te brengen naar de absolute top in Nederland!”
In de volgende jaren heeft hij dan ook alles in het werk gesteld om al zijn technische- en tactische worstelvaardigheden over te brengen op zijn zoon. Nog meer dan verwacht ging dit proces bijzonder snel, omdat Ruud niet alleen het nodige talent bezat, maar ook nog eens dezelfde ongebreidelde vechtlust als zijn vader! Meer dan eens heb ik—als we in echte wedstrijdvorm samen trainden—getest hoever hij gevorderd was. Omdat ik de pretentie had zelf tot de absolute Nederlandse top te behoren bij de Vedergewichten, heb ik hem klaar en duidelijk gesteld: “Zodra je mij in een persoonlijk gevecht kan kloppen (en houdt er maar rekening dat ik geen millimeter zal wijken!) dan ben je klaar om Kampioen van Nederland in het Vedergewicht te worden.”
Één van de hoogtepunten welke ik als trainer/Coach van De Halter (naast zijn ZES Kampioenschappen van Nederland in het Vedergewicht, waarbij hij óók nog eens beslag wist te leggen op de Nederlandse titel in het Lichtgewicht) met mijn zoon mocht meemaken, was het grote Internationale Worsteltournooi in Tsjecho-Slowakije. Overigens trad ik tijdens dat tournooi niet op als Trainer/Coach van De Halter doch als Scheidsrechter. De coaching werd tijdens dat tournooi voortreffelijk waargenomen door Henny Mantel. Ik weet nog dat Mantel mij—na de eerste partij van Ruud tegen een Tsjech—naar de kleedkamer riep, omdat Ruud overgegeven had en min of meer uitgeteld op de bank in de kleedkamer lag. In de kleedkamer aangekomen zag ik 'm inderdaad (lijkbleek) op de bank liggen. Bij de eerste aanblik denk je dan: “Het is over, het is voorbij!”
Maar meteen sta je dan ook voor een vreselijk moeilijke keus. Meegaan en toegeven aan je vadergevoel of proberen hem erdoor te slepen met opbeurende woorden. Ik koos op dat moment voor het laatste, omdat je op zo'n moeilijk moment als topsporter ook karakter moet tonen. “Nooit opgeven, altijd doorgaan!” Dat is ook altijd mijn lijfspreuk geweest! De trots die je dan als vader beleeft, als blijkt dat je zoon karakter heeft en—ondanks de vervelende toestand waarin hij op dat moment verkeert—zich weet te herpakken, is zoiets het mooiste dat je in de sport kunt beleven!
Gelukkig herstelde hij redelijk snel van de maagproblemen welke hij op dat moment had en worstelde daarna nog een zeer sterk tournooi. Maar opnieuw kwam er daarna nog een zeer moeilijk moment, voorafgegaan door een scheidsrechtersincident. In de vierde (of vijde) ronde moest Ruud aantreden tegen een Oost-Duitse worstelaar. Ruud en de DDR-worstelaar waren al enkele seconden bezig met hun partij—met ondergetekende als Matrechter—toen men aan de jurytafel kennelijk ontdekte dat zowel de matrechter als één der worstelaars op de mat de naam Ram hadden. De partij werd onmiddelijk gestaakt, waarbij men mij onmiddelijk wilde vervangen door een andere matrechter. Omdat ik van mening ben dat een officiële scheidsrechter boven alle twijfel verheven dient te zijn, heb ik meteen een krachtig protest laten horen, begeleid met mijn argument dat men een scheidsrechter (bezig met de berechting van een reeds begonnen wedstrijd), niet meer kan vervangen.
Jammer genoeg was er ons ultimatum voor nodig dat De Halter desnoods al zijn deelnemers zou terugtrekken uit het tournooi als men vasthield aan het vervangen van de scheidsrechter in deze partij. De Oost-Duitser bleek een sterke en uitmuntende worstelaar, die dealniettemin toch in de afgedwongen heupzwaai van Ruud terechtkwam, wat Ruud een 2-0 voorsprong opleverde! Helaas bleek Ruud een beetje met zijn krachten te hebben gesmeten, zodat hij in de tweede helft van de partij wat gas moest terugnemen. Omdat dit ook duidelijk zichtbaar was, heb ik (als matrechter) zijn kleur opgestoken als teken van passiviteit. Je raadt het nooit, maar geen van de hoekrechters ging erin mee, ongetwijfeld in de veronderstelling dat ik nu m'n eigen zoon wilde benadelen. Maar geloof mij: “Ruud hàd het moeilijk in die laatste twee minuten! Alleen zijn karakter hield hem in die eindfase van de partij op de been!” Natuurlijk kon hij niet verhinderen dat hij op laatste moment tòch die waarschuwing kreeg. Toen hij uiteindelijk met een 2-1 uitslag als winnaar van de mat kwam, vertrouwde hij mij toe: “Pa, er is nog nooit een tegenstander geweest die mij zó ongelofelijk leeg heeft kunnen halen!!!”
In de slotronde (de Finale) moest hij een andere sterke Tsjech de zege op punten laten, maar dat vond hij niet eens het allerergste, omdat hij naar zijn gevoel gewonnen had van de alllersterkste vedergewicht in dat tournooi! Persoonlijk heeft hij dàt beleeft als DE FINALEPARTIJ! Genoemde Tsjech werd tournooiwinnaar, met Ruud als uitstekende tweede en de Oost-Duitser als derde.
In het jaar 1977 werd bij de Nederlandse Kampioenschappen Vrije Stijl in het Vedergewicht nog eens extra bewezen dat Ruud Ram een geboren Vrije Stijl worstelaar was. Na in de finale eerst de geduchte Amsterdamse concurrent Theo Lammers op touché te hebben verslagen, moest hij het in de strijd om de Nederlandse titel ook nog opnemen tegen clubgenoot John Midavaine. In een schitterende finale boekte Ruud in de eerste periode een duidelijke 10-1 voorsprong! Midavaine kwam daarna nog geweldig terug, maar werd uiteindelijk met 13-8 op punten verslagen.
Dat tegenstanders, ondanks de soms geweldige overmacht van Ruud, nog terug konden komen, lag vooral aan het feit dat hij in de eerste minuten van een partij vaak ongelofelijk met zijn krachten smeet. Maar ook daar heeft hij snel van geleerd.
Naast de vele competitiewedstrijden waarin hij als Vedergewicht van De Halter succesvol op de mat kwam, heeft hij ook nog deelgenomen aan andere Internationale Tournooien. Onder andere het sterk bezette Vrije Stijl Tournooi in Glasgow (Schotland). Ook dat was voor hem een bijzondere belevenis. Aanvankelijk dachten Ruud en Hans Berkenbosch (Hercules-Amsterdam) dat het tournooi zou worden gehouden in de Grieks-Romeinse Stijl.
Wie schetst hun verbazing, in Glasgow aangekomen, dat het tournooi in Vrije Stijl zou worden gehouden! Even een totale omschakeling dus, temeer daar Ruud nog weinig of geen ervaring had met de vrije Stijl. Desalniettemin wist hij op de 4e plaats beslag te leggen in een tournooi waaraan toch 8 landen deelnamen, te weten: Frankrijk; Duitsland; Benelux; Italië en Denemarken. Hans Berkenbosch kwam voor Nederland overigens uit in het Lichtmiddengewicht. Ook Berkenbosch eindigde in het tournooi op de vierde plaats.
Voor beide worstelaars een extra ervaring in het vrije stijl worstelen.