Kopenhagen


Français  Deutsch  Deutsch  български  српски  Hrvatski  Dansk  Svenska  Türk  Suomi  Norsk  Italiano  English  English  русский  日本語  Polski  Slovenski  český  Român

logo Het Scandinavië-reisverslag van Cees Hooft

DeHaltertrip_Denemarken_Zweden.jpg “Hallo, fijn dat jullie gekomen zijn!”
Deze begroeting kwam van de “Lille Harveu”
De kleine zeemeermin, die al bijna honderd jaar
in weer en wind aan de ingang van de haven zit.

Willem Hooft had ooit vóór de oorlog, voor zijn melkfabriek, machines aangeschaft in Kopenhagen. Enige tijd na de Bevrijding ging één van deze gebroeders Hooft — toen de treinen weer konden rijden — naar de fabriek in Kopenhagen om zaken te doen. Hij wist bovendien dat de directeur zelf had geworsteld, zodat hij kans zag voor zowel De Halter als zijn klant wat te doen. Bovendien kon hij aldus ook wat reclame maken voor zijn fabriek in Denemarken. Om kort te gaan, deze sponsor wist te bereiken dat wij met een ploeg worstelaars van De Halter een aantal wedstrijden konden gaan worstelen in Kopenhagen, waarna wij zouden oversteken naar Malmö in Zweden. Voor de laatste plaats van onze Tour zouden wij dan doorreizen naar Helsingfors. Hoewel wij de treinreis naar Kopenhagen zelf moesten betalen, was het grootste deel van de trip voor rekening van de Kopenhaagse machinefabriek! Ook de diverse overnachtingen, afspraken met de verschillende clubs, de verzorging van de inwendige mens en het vervoer, werd door de fabrikant verzorgd.

Bij het beeld van de zeemeermin in de haven van Kopenhagen was het nog even lachen geblazen. De spekgladde stenen rondom het beeld waren niet ongevaarlijk om te beklimmen, wat Louis van der Pijl ondervond. Hij wilde nog lekker even stoer doen en ging nog even terug over de stenen om een foto te laten maken van hem alleen. Maar ja, haastige spoed is zelden goed! Hij glibberde mooi van de stenen af en gleed tot aan zijn middel in het water! Hartelijk gelach en commentaar van zijn ploeggenoten natuurlijk. Maar goed, met dat warme weer was hij in een uurtje weer droog.

Eén van de secretaresses van de machinefabriek, werkend op de verkoopafdeling, werd door de directeur aangewezen als reisleidster. Haar naam was: Lillian Teutrop. Een hele goede keus, want het was een meisje met pit, humor en een goed stel hersens. Ze sprak niet alleen Deens, maar ook Zweeds, Duits, Engels en ook nog een flink mondje Italiaans. Uiteraard had zij die uitgebreide talenkennis niet nodig voor onze reis. Maar zoals onze zwaargewicht, Henk de Nijs Sr. het uitdrukte: “Ze vonden ons toch wel van belang!”  Louis v.d. Pijl en ik, (Cees Hooft) werden ondergebracht bij Lillian Teutrop thuis.

De moeder van Lillian wist (zoals alle Denen natuurlijk) van de Hongerwinter die wij in Nederland hadden meegemaakt. Ook dat er veel mensen op straat waren gestorven van de honger. Kennelijk dacht zij dat wij nog steeds moesten aansterken, want wij werden letterlijk door haar overvoerd met eten! Telkens kwam zij met de meest lekkere hapjes aanzetten, zodat we echt een keer moesten zeggen dat we genoeg hadden gegeten. Ook van de andere jongens hoorden we verhalen hoezeer zij met eten werden verwend, wat één van de jongens de opmerking ontlokte: “Ze stoppen ons zo vol met eten, dat wij alle parijen wel moeten verliezen!” Was dat misschien de reden dat het publiek het niet zo erg vond dat wij wat teleurstelden? Wij hadden immers die hongerwinter overleefd? Waren toch allemaal op sterven na dood geweest. Over de uitslagen van de verschillende wedstrijden valt daarom weinig te vertellen, omdat die door de bank genomen erg matig waren. Dat kon dus niet anders, met gastouders die zich zo voor ons uitsloofden. Hoewel…, twee weken voor de trip had ik de reisleidster al een lijst gestuurd met wat prestaties van onze worstelaars. Om het nog wat aantrekkelijker te maken, had ik de prestaties hier en daar wat aangedikt, niet wetend dat Lillian Teutrop (niet voor niets werkend op de verkoopafdeling!) daar nog een flink schepje bovenop zou doen! Ze had prachtige foldertjes  gemaakt, die voor iedere westrijd aan het publiek en onze tegenstanders werden uitgereikt. Met als gevolg dat wij werden voorgesteld als een ploeg zeer goede worstelaars! Min of meer waren waren wij allemaal een beetje Kampioen van Nederland.Dat vonden ze maar knap van die Hollanders, die zoveel bittere ellende hadden meegemaakt.

Aandacht van het Gemeentebestuur van Kopenhagen

Door de wethouder van Sportzaken werden wij ten stadhuize door hem en een aantal ambtenaaren ontvangen, wat Henk de Nijs Sr. deed opmerken: “Ik had toch gelijk, dat zij ons belangrijk genoeg vonden!” Enkele ambtenaren spraken zelfs een (heel klein) mondje Nederlands, dus dat was al gauw lachen geblazen. We kregen een rondleiding bij een bierbrouwerij. Eén van de assistenten van de wethouder gaf ons daar een rondleiding, die een beetje uitliep omdat er ook nog andere dranken waren dan bier, en die moesten door ons worden geproefd.

Tivoli park in Denmark
Het kenmerkende gebouw van het park Tivoli.

Maar het mooiste en het beste optreden van onze ploeg was in het Amusementspark “TIVOLI” in Kopenhagen. Tivoli is een soort grote, permanente kermis, in een groot park. Het is ook wereldbekend, in iedere reisgids wordt dat beschreven. Met allerlei attracties; als achtbanen, botsauto's, reuzenrad en  enorme schommels. Met elke zaterdag vuurwerk, teveel om op te noemen. Een groot deel van het jaar is het park geopend. In de weekenden spelen er orkesten, drumbands, toneel, zangkoren, etc etc. Alles in de openlucht en op een podium.

Ook wij mochten aantreden in de open lucht, op een podium. Het was die zondag schitterend weer en enorm druk in het park. Volgens de Parkpolitie waren er bij ons worsteloptreden tenminste 1800 toeschouwers. Zo'n drukte — met een enorm meelevend publiek — werkte dus enorm stimulerend. Daardoor presteerden wij die dag, ook als ploeg, bijzonder goed! Wij moesten het opnemen tegen een sterke — uit Kopenhaagse clubs geselecteerde — ploeg. Wij wonnen deze wedstrijd met klein verschil.

De volgende dag stond er in de Kopenhaagse Sportkrant: “Het was een wedstrijd  zoals wij lang niet hebben gezien! De Hollanders waren fanatiek en in een verbazend goede conditie. Terwijl ze toch pas een vermoeiende treinreis van 23 uur achter de rug hadden.”

Toelichting hierop: De treinen reden toen nog erg slecht en langzaam. Ze waren vol met Engelse soldaten die in Hamburg en Bremen gelegerd waren. En die hadden meestal hun plunjezakken en andere bagage bij zich. Dus de worstelploeg kwam dus weinig aan zitten toe in de trein. Desalniettemin was het een prachtige trip en om nooit te vergeten!)

In zoverre mijn reisverslag van meer dan 55 jaar geleden.

Cees Hooft
Oud-Voorzitter en
oud-worstelaar van De Halter.
De Halter verloor in Kopenhagen-UN artikel Klik hier voor artikel uit de U.N.
🠕